Fluweel gebruiken als gordijnstof

Het gebruik van fluweel als gordijnstof is een intrigerende keuze, wat resulteert in een verbluffend luxueus en stijlvol effect. Maar gordijnen waren oorspronkelijk heel anders: hoe veranderden ze in de loop van de tijd?

Dus ja, je kunt fluweel zelfs in moderne huizen als luxe gordijnstof gebruiken, maar de oorsprong ervan is in het zand van de tijd verloren gegaan.

Voordat gordijnen een – vooral – decoratief item werden, hadden ze lange tijd uitsluitend praktische functies:

het creëren van aparte ruimtes in huizen die uit slechts één of twee kamers bestaan;
huizen beschermen tegen koud weer.

Zelfs in de oudheid werden dierenhuiden in deuropeningen gehangen, totdat de Egyptenaren besloten om in plaats daarvan stoffen te gebruiken. Het lijkt erop dat de oude Grieken en Romeinen ze ook gebruikten, maar dan om kamers in kleinere ruimtes te verdelen.

‘Gordijnen’ fungeerden als scheidingswanden tot in de middeleeuwen, toen er helemaal geen glas op de ramen zat: glasruiten verschenen voor het eerst rond de 12e eeuw. En daarvoor? Hoe vonden de arme bewoners van kastelen en kloosters onderdak in de kou? Met hele kleine raampjes – vanwege de structuur van de gebouwen zelf – en houten luiken.

In de middeleeuwen bestond er echter wel een soort gordijn: een extreem zwaar kleed dat werd gebruikt om tocht buiten te houden, althans in de huizen van de rijken. Wat we zeker weten is dat gordijnen het bed verborgen, een teken van de rijkdom van een huishouden en daarom vaak versierd met fijne stoffen zoals fluweel.